Robin’s Bay

30 januari 2019 - Saint Mary, Jamaica

Op weg naar onze derde halte, Robin’s Bay, stoppen we in Lime Hall, waar voor ons een gids geregeld is, luisterend naar de schone naam Lloyd. Het blijkt een magere, lange Rasta man te zijn die ons keurig op tijd staat op te wachten bij een geel/roze geschilderd bushokje. Later zal hij ons vertellen dat hij 20 jaar in Duitsland woonde, wat zijn punctualiteit wellicht verklaart. Lloyd zal ons zijn ‘farm’ laten zien en later zullen we, samen met hem de lunch bereiden en nuttigen. Het begint meteen goed met 'jellycoconut', het sap en zachte vruchtvlees van een, door hem ter plekke met een kapmes geopende, verse kokosnoot uit eigen tuin.  Alles wat we die dag zullen eten komt van Lloyd’s eigen farm. Deze farm bevindt zich op een rotsachtige heuvel waarlangs een stroompje omlaag kronkelt door een bos van boomdikke, wel 20 meter hoge bamboestaken en een grote variëteit aan bomen, waaronder veel fruitbomen zoals mango-, papaya-, limoen-, sorrel- en guave bomen. Verder plantain- (bakbanaan) en ‘gewone’ bananenplanten en gigantische kokos-palmen alsook een paar koffie en cacao bomen. Dan nog wat kruiderijen, geplant in oude autobanden en wat kleine terrassen met tomaten, ‘scotch bonnet’ pepers, suikermaïs, lemon grass, yam, geelwortel, gember en vast nog het een en ander dat ik niet herkende of vergeten ben. Alles zo natuurlijk mogelijk en organic. Geen dieren worden er gehouden want Lloyd is veganist. Wel lopen er wat honden rond en als we via een steil pad van uitgegraven traptreden zijn huis hebben bereikt blijkt hij ook wat kleine duif-achtige vogels en wat parkieten in een kooi te houden. Ik zeg huis omdat hij het zo noemt. Hij woont er met zijn Duitse vrouw, maar naar onze begrippen is het een kleine hut, een schamel optrekje met een paar kleine ruimtes. Onder een afdak, een vuurplaats op stenen met een grote kookpot er op en houten, simpele meubels. De decoratie bestaat uit posters van zijn grote voorbeeld, volksheld Marcus Garvey en rood, geel, groene vlaggen. Geen carnavalsvlaggen in dit geval, maar vlaggen met de kleuren van de Ethiopische vlag. Lloyd en zijn vrouw zijn Rasta’s, hoewel naar eigen zeggen niet fanatiek.

Henk met gids LloydLloydItal lunch

Rastafari’s geloven dat Haile Selassie, de vroegere keizer van Ethiopië, de wederopstanding was van Jezus. Het zijn over het algemeen vredelievende mensen en ze gebruiken veel cannabis oftewel ganja om te relaxen, mediteren of als geneesmiddel. Ook dragen ze hun haar in dreadlocks (symbool voor de leeuwenmanen van de leeuw van Zion), eten vegetarisch of veganistisch (geen dood beest of bewerkt voedsel) en verkondigen hun boodschap in de songteksten van de reggae muziek die Bob Marley eind jaren-60 over de wereld verspreidde. Aanhangers van deze doctrine leiden dus over het algemeen een sober leven en worden vaak voor letterlijk gek versleten, óók door mede Jamaicanen. ‘The crazy man’ wordt Lloyd door zijn dorpsgenoten genoemd maar daar trekt hij zich weinig van aan. Mensen moeten elkaar respecteren vindt hij en elkaar gunnen hun eigen denkwijze en mening er op na te houden als je daar een ander niet mee lastig valt. Wijze woorden vinden wij. Als meer mensen zo dachten zag de wereld er vast een stuk vreedzamer uit.

Na de wandeling over de farm gaan we beneden aan de heuvel in zijn keuken (een overkapping met grote houten plank die dienst doet als werkbank) onze Ital lunch bereiden. Ital /aita:l/ heet de Rasta keuken. Ital van vital = vitaal, vol levenskracht. Eet of drink geen zaken die je vitaliteit kunnen verstoren, dus geen conserveringsmiddelen, geen bewerkt eten, geraffineerd zout of jodium. Matig alcohol en tabak, want slecht voor je gezondheid en geen dode dingen (niet vitaal) vandaar geen vlees of vis. We eten veganistisch daarom, ook deze middag. De basis wordt gevormd door gekookte yam (een soort zoete aardappel) en plantain. Wij noemen plantain bakbanaan, een bananensoort die bewerkt moet worden voor je hem kunt eten. Daarnaast staat een pan met zelfgemaakte kokosmelk die ingekookt wordt. Daar wordt een in blokjes gesneden blok tahoe aan toegevoegd, evenals fijngesneden knoflook, geelwortel, scotch bonnet (heet!), ui, wortel tomaat en wat biologisch zout. Doorkoken, roeren en klaar. Het eindproduct is een curry-achtig gerecht. Lekker, hoewel de yam en plantain ons inziens niet veel smaak hebben en vooral maagvulling blijken. Al met al een mooie ervaring en een leerzame ochtend.

Robin’s BayStrandvondsten.Zee pissebedden?

We nemen hartelijk afscheid van Lloyd en vervolgen onze weg naar Robin’s Bay een gehucht aan de noordkust waar we zullen verblijven bij ‘Strawberry Fields Together’. De naam refereert (bijna) aan de Beatles’ song: Strawberry Fields Forever’. Volgens de folder een van de laatste ongerepte stukjes strand van Jamaica, waar het toerisme nog niet grootschalig is neergestreken. Op dezelfde plek bevond zich in de seventies een camping waar hippies hip waren. Onder hen bekende namen als de Stones en Eric Clapton. Voor de kenners onder ons: Peter Tosh en Mick Jagger’s samenzang ‘Gonna walk and don’t look back.’ stamt uit die tijd. En inderdaad ‘weg van de snelweg’ want na wederom een smalle weg met mogelijk nog grotere gaten in het wegdek getrotseerd te hebben, komen we aan bij voornoemde plek. Een verzameling gekleurde huisjes van diverse afmeting en grootte ligt verspreid op een mos- c.q grastapijt langs en voor een deel op een rotsenkust met een klein en een wat groter zandstrandje. De ligging is indrukwekkend. Opspattende golven die een voortdurend ruisend en af en toe zelfs bulderend geluid produceren afkomstig uit een zee die afwisselend blauw, groen, turquoise en grijs tot bijna zwart kleurt. Rondom de huisjes staan palmen en andere tropische bomen en planten. Een klein paradijsje. 

Mahoniehouten buitenbank

Ons huisje ‘Secrets and Dreams’ genaamd ligt direct aan zee op een rotspunt. Een lichte ruimte met balkon vanwaar natuurlijk weer dat prachtige uitzicht. Toch besluiten we de volgende dag in te gaan op het aanbod van eigenaresse Kim om ‘up te graden’ naar ‘Sunrise Magic’ een van de twee de-luxe huisjes, ook pal aan zee maar met twee terrassen en een keuken, zodat we niet voor iedere kop koffie en maaltijd op het kleine restaurantje zijn aangewezen. Wij vinden het eten er smaakvol, maar droog. Zal wel iets tropisch zijn. Lang koken of bakken om mogelijke ongewenste bacteriën te elimineren. Bovendien hebben ze daar veel vooral niét. Geen wijn, gemberbier, frisdrank of vruchtensap. Ook geen ijs, nootjes of zoutjes. En dan is het nog wel hoogseizoen. Een druk weekend gehad, is het excuus. Op naar een winkeltje of supermarkt dan maar. Het winkeltje ( of eigenlijk stalletje) om de hoek heeft ook niets om over naar huis te schrijven.  Blijft over de gatenweg te nemen naar het nabijgelegen stadje, waar we in een kleine, rommelige, zeg maar chaotische supermarkt wat brood en andere mondvoorraad inslaan. Daarna wat fruit kopen bij een straatstalletje en de winter kan komen.

StrandjeRobin’s BayUitzicht Robin's Bay

Die komt prompt de volgende dag. Nou ja de Jamaicaanse winter dan, in de vorm van een wit/grijze wolkenhemel die overgaat in een dreigende, bijna zwarte hemel waarna het nog harder gaat waaien en het ook begint te regenen. Ook zakt de temperatuur van 28 naar 24 graden. Op ons terras, onder het afdak, aanschouwen we het wind- en golvengeweld en bedenken dat ook dit bij de vakantie ervaring hoort.

Morgen gaan we verder naar Port Antonio.

Jullie horen weer van me.

Foto’s

5 Reacties

  1. Riek en Mar:
    30 januari 2019
    Wat kun je het toch heerlijk, mooi beschrijven Grid
    groetjes en geniet ze
  2. Grid:
    30 januari 2019
    Dank je. Doen we met volle teugen :-))
  3. Meta:
    31 januari 2019
    WAUW!
    (behalve het laatste dan)
  4. Rene Corten:
    31 januari 2019
    Weer boeiend verslag! Wat een andere wereld.
  5. Wiesje:
    31 januari 2019
    Wat leuk jullie reis te volgen. Verheug me op het volgende verhaal.
    Geniet maar, hier gaat het weer sneeuwen, liefs Wiesje