Kingston

8 februari 2019 - Kingston, Jamaica

..en toen waren we in Kingston, de hoofdstad van dit schone eiland.

Na weer ruim een uur de kronkelende gatenweg uit de bergen omlaag te zijn afgezakt naar zeeniveau, rijden we Kingston binnen. Ons hotel, the Four Seasons Hotel ligt gelukkig dichtbij de grote doorgaande weg, Hope road, zodat we niet al te lang aan het krankzinnige verkeer hoeven deel te nemen, Al vroeg checken we in en krijgen ongevraagd een upgrade naar een ruime kamer op de begane grond met klein terras aan het zwembad. Niet verkeerd. Ook staan er twee grote twee-persoons bedden hoewel de kamer volgens de folder, voor max. twee personen is. Misschien niet overdreven voor sommige Jamaicanen. Het valt ons op dat met name vrouwen soms over wel heel brede heup- en bilpartijen beschikken. Goed zichtbaar ook nog eens door de strakke kleding die dan bij voorkeur gedragen wordt.  Veel welvoorziene vrouwen dus, maar ook hele kleine, zelfs magere dames. Het blijft boeiend de fysieke variëteit die het menselijk ras voortbrengt te aanschouwen.

Kingston dus, de hoofdstad en tevens waar de regering zetelt in King’s House aan Hope Road. Hier regeert ook de gouverneur-generaal, de hoogste bestuurder van het eiland, die op zijn beurt weer verantwoording aflegt aan de Koningin van het Verenigd Koninkrijk, want Jamaica maakt nog steeds deel uit van de Gemenebest. De voormalige kolonie werd in 1962 onafhankelijk maar nog steeds niet écht zelfstandig vond Lloyd, onze Rasta farmer en kok in Lime Hall en ook Raj, de gids van de Blue Ridge koffie-tour vond dat Jamaica nog teveel naar Britse pijpen moet dansen.

Dat koloniale verleden zien we overal terug komen. Net als in Suriname stamt ook hier een hele bevolkingsgroep af van gevluchte slaven die zich voornamelijk in de onherbergzame bergen vestigden. Heten ze in Suriname Marons, hier zijn het de Maroons. De twee groepen zijn verwant aan elkaar en vinden hun oorsprong in Afrika.

In Kingston wonen iets minder dan een miljoen mensen, eenderde van de totale bevolking van Jamaica van bijna drie miljoen. Niet altijd even veilig laten we ons vertellen. De zogenaamde Yards als Trench Town en Tivoli Gardens waren vooral in de 60-er, 70-er jaren krottenwijken waar bendes de dienst uit maakten en nog altijd kun je je daar beter niet vertonen als je er niet thuishoort. Wij blijven dus maar up-town voor de zekerheid.

De eerste middag besluiten we het advies om een taxi te nemen naast ons neer te leggen en te gaan lopen naar Devon House. Lopen doen alleen de arme mensen hier. Zodra je het je kunt veroorloven, rijd je zelf of neem je een taxi. Bovendien, zelfs hier up-town is het niet altijd veilig naar het schijnt. Overdag valt nog wel mee, maar ‘s avonds wordt het ons afgeraden op straat te lopen. Aangezien het zonnetje nog hoog aan de hemel staat besluiten wij het er dus op te wagen. We nemen alleen wat geld mee en laten paspoort en bankpas in het hotelkluisje achter en alles gaat goed. Naast wat fruitverkopers en autoruiten-wassers die ons herkennen als klanten van eerder die dag (I know these folks, hei papa!) worden we door niemand aangesproken, laat staan lastig gevallen.

Devon HouseGids BarbaraChristusdoornMahonie boomIJs eten

Devon House is een grote stadsvilla, omgeven door gazons met bomen. In de voormalige bediendenwoningen, keukens en stallen zijn nu restaurants en winkeltjes gevestigd, waaronder Devon I scream (what’s in a name?) waar iedere dag honderden ijsliefhebbers zich te goed komen doen aan een wel 10 cm. hoge scoop op hoorntje van een van de 20 smaken ijs die in de vitrines liggen te lonken. Wat ook helpt is dat bij het boeken van een rondleiding, een ijsje uit de beroemde winkel is ingebegrepen. De gids die ons in het huis rondleidt ( je mag er alleen mét gids in) heet Barbara, een goedlachse 60-plusser, in traditionele dracht (lange rok en witte, geborduurde blouse), We lopen rond, bewonderen het mooie antiek en verbazen ons over de verhalen, zoals: De bouwer van de villa was de eerste zwarte Jamaicaanse miljonair en liet naast zijn grote huis ook een zwembad bouwen. Een dame uit de buurt weigerde daar langs te rijden (onzedig en nog zwart ook!) en voor haar werd toen speciaal een andere weg aangelegd zodat ze niet blootgesteld hoefde te worden aan die “onzedige zwartjes”. We schrijven dan weliswaar 1881, maar toch... Na ons ijsje lopen we de 3 km naar ons hotel terug en zijn voldaan over een welbestede dag.

Dag twee in Kingston staat in het teken van Bob Marley. Eigenlijk hadden we zijn voormalige woonhuis, nu museum, de dag ervoor, op zijn geboortedag  6 februari al willen bezoeken in de hoop dat daar dan aandacht aan zou worden besteedt. Dat is inderdaad zo, in de vorm van een concert ter plaatse door een vijftal (hij had er 12) van zijn kinderen en zijn weduwe, die allemaal muziek maken of zingen. Het concert is helaas alleen bij te wonen met een (gratis) toegangskaartje en die kaartjes zijn niet meer te krijgen. Dit alles vernemen wij van de vriendelijke hotel receptioniste die een vriend belt die er werkt en met die informatie komt. Jammer, jammer, jammer. Ben je één keer in je leven in Kingston, is het óók nog een dag dat je een uniek concert kunt meemaken en dan heb je geen kaartje! Het museum is verder deze dag dicht.

Ingang Bob Marley Museum.BeeldGids StefanMarley fan.‘Imposter’?

Dan maar de volgende dag. We lopen opnieuw, want overdag en de nodige beweging en arriveren bijna een uur en ruim 5 km. later (we verlopen ons 20 minuten:-() Ook hier weer een verplichte rondleiding maar een die zeker de moeite waard is. Gids Stefan, een jongeman met een chaotish dreadlocks kapsel, toont ons, af en toe zingend, waar Bob, sliep, zijn sapjes bereidde, zijn muziek opnam en waar kogelgaten getuigen van een aanslag op zijn leven. Ook hangen er veel posters, albumhoezen, gouden platen en krantenknipsels die getuigen van zijn korte, roemruchte leven. Marley zette de reggae op de wereldkaart en overleed 36 jaar jong aan kanker. Hij was Rastafarian en las wel 3 bijbels tegelijk maar de boekenlegger is een takje hennep en maar 4 van zijn 12 kinderen werden binnen zijn huwelijk geboren. De anderen waren het resultaat van tijdelijke relaties of one- night-stands. Ook drinkt hij geen alcohol (ongezond) maar rookt des te meer marhiuana. Op veel foto’s zie je hem dan ook met een splif (joint) of een ziggy ( kleine joint) van ganja (hash). Ja,ja, zo leer je nog eens wat! Ik las de afgelopen week de biografie van Marley, geschreven door zijn vrouw Rita. Een interessant verhaal dat hier helemaal tot leven komt. Onze mede-tourgangers vormen een bont gezelschap, variërend van schaars geklede, obese Amerikanen compleet met all-inclusive bandjes, tot een Duitser op leeftijd met dreadlocks en zelfs een dreads baard. Helemaal bijzonder is de Amerikaan die zich door auto en chauffeur laat voorrijden. Hij heeft een lange grijze baard en een tab (pet voor dreads) op zijn hoofd. Op een of andere manier komt het gemaakt over, alsof hij zich verkleed heeft voor Carnaval. De auto met chauffeur en de outfit kloppen niet met elkaar. Al met al weer een interessante ochtend dus.

We besluiten terug te lopen tot Devon House alwaar we lunchen met een pizza en een ijsje uit de beroemde winkel toe. Nu we er toch zijn!

‘s Middags terug in het hotel gaan de vermoeide voetjes omhoog (ruim 10 km gelopen) en met een boekje en een wijntje komen wij de rest van de dag wel door. Morgen verlaten we Kingston weer, terug naar de kust. Die in het zuiden deze keer. Jake's at Treasure Beach is de intrigerende naam van onze bestemming. 

Wordt opnieuw vervolgd...

Foto’s

1 Reactie

  1. Meta:
    8 februari 2019
    :))