Tintinara

24 januari 2016 - Tintinara, Australië

Tintinara, the Lime Coast 22-24/01

De autotocht van Kangaroo Island naar Tintinara, was een stuk minder stressvol dan de heenreis. Heerlijk, weer, niet te warm (25 graden) beetje wind en een rustige zee tijdens de ferry overtocht. Daarna door het glooiende landschap van zuidelijk Zuid Australië onder Adelaide door naar Dukes Highway, de hoofdweg van Adelaide naar Melbourne. Op deze vrijdag echter was deze route grotendeels het toneel van fietsers. Tot nu toe hadden we welgeteld twee fietsers gezien, maar nu zagen we er duizenden op een ochtend. De amateur toerversie van de Tour DownUnder bezette het grootste deel van het de rijbaan in de andere richting. We hadden dus geluk, maar toch betekende het het nodige oponthoud. Zijn we thuis in Sibbe wel gewend aan racefietsers die de weg overnemen, hier kwam het toch onverwacht. Toen we net dachten weer gewoon door te kunnen rijden werden we aan de kant van de weg gezet en kwamen de profrijders langs. Een half uur vantevoren voorafgegaan door een karavaan autos met gigantische carnavaleske fietsers op hun dak. Toen een hele tijd niets, waarna de kopgroep van drie, op korte afstand gevolgd door het peleton van zo’n 150 renners. Geen omroepauto om de stand van zaken te melden, wel een helicopter, maar dat was het dan ook. Geen merchandise, zoals we in Limburg zien. Wel kregen we wat tasjes met etenswaar en bidons naar ons hoofd gegooid, aangezien ze vlak voor waar wij stonden, eten hadden gekregen. Eerder zei ik al ‘alles is anders hier’ en dat geldt dus ook voor wielertochten blijkt.

Door naar Tintinara. Het dorp zelf is piepklein, een hoofdstraat met kruidenierswinkel, truckstop, motel met take-away service en een winkel met agrarische artikelen. Bovendien is alles dicht in het weekend. We verblijven twee dagen in O’Deas Cottage. Een boerderij uit 1900 (bijzonder oud naar Australische begrippen) die nu dienst doet al B&B. Ingericht met antiek. We zien oude kasten, een eierbroedkast, antieke houten zitjes van een roeiboot en verder de sfeer van een oud boerenhuis dat in de loop van de tijd van (bijna) alle gemakken is voorzien. Oude stijl keuken, maar wel een magnetron. Badkamer prima. Slaapkamer ook. Henk heeft associaties met de conference van Paul van Vliet waarbij boer Kroepoek de toeristen met melkbus gerammel en strontspray het ware boerenleven laat ervaren. De eigenaresse, Prin, die elders woont, komt ons halen met haar ute (een utility car, zo’n 4×4 met open bak) om ons haar bedrijf te laten zien. We rijden door de droge weilanden, waar een soort lupine achtig gewas groeit waar de 160 stuks Angus koeien zich mee moeten voeden. 1000 acres groot, dus bijna 60 per koe. Het heeft hier al jaren niet echt geregend, dus is het een constante strijd tegen de droogte, het land van de buurman wordt getoond. Groen, door irrigatie. Te duur voor onze gastvrouw, die daarom minder koeien houdt en zo uiteindelijk financieel er ook uit komt zegt ze. Ze spreidt het risico en heeft nog twee boerderijen. Een met schapen en een waar graan wordt verbouwd. Ik schat Prin zo van onze leeftijd. Twee jaar geleden stierf haar man plotseling, twee maanden later brandde een groot deel van een van haar bedrijven af, met alle landbouwvoertuigen er in. Het boerenleven is hier niet benijdenswaardig, concluderen wij. Ook bekijken we een schaapscheerdersschuur op het terrein waar we het verschil uitgelegd krijgen tussen Merino wol en gewone wol. Het heeft iets te maken met dichtheid van de vezel.

Overal om ons verblijf heen staan grote eucalyptus bomen. Vooral red gums (er zijn wel honderden verschillende soorten). Deze bomen laten af en toe spontaan grote takken vallen en worden dan ook 'widow makers' genoemd. Parkeer nooit je auto onder zo’n boom en kamperen eronder wordt ook afgeraden. Het blijft een bijzonder land, met voor ons onvoorstelbare gevaren. Die avond blijkt het plaatselijke restaurant (in hotel) dicht en eten we fish (barramundi, 'n Australische vis) met chips in het enige alternatief, de truck stop. De locatie lijkt zo te kunnen figureren in een Western. De vis en patat smaken goed en worden gegarneerd met een salade van ananas, slabladen, geraspte worel en wat pasta. Wonderlijke combinatie.

De volgende dag maken we een tochtje langs de Lime Coast, waar een extreem zout binnenmeer tussen de duinen en de zee ligt. Waar het water is verdampt zien we dan ook plakkaten zout liggen. Ook hier spotten we weer majestueuse pelikanen en zelfs witte ibissen. Na deze korte tussenstop staan de Grampians op het programma. Daarover later meer...

Foto’s