Kangaroo Island

22 januari 2016 - Flinders Ranges, Australië

Kangaroo Island 18/1 – 22/1

Op 18 januari, (onze 42ste trouwdag), vertrekken we s’morgens op tijd aangezien we zo’n 600 km moeten overbruggen, waarvan een deel over onverharde wegen. Eerst 35 km onverhard om weer in de bewoonde wereld te komen (alwaar nog steeds kleine dorpen en enkelbaans wegen) en het laatste stuk is ook weer onverhard. Bovendien moeten we op tijd zijn voor de ferry die om 18:00 uur zal vertrekken vanuit Cape Jervis, zo’n 110 km onder Adelaide. Mensen die mij kennen weten dat ik extra tijd inbouw voor ‘ je weet maar nooit’ of onverwachte beren op de weg. Dus voor de rit waarvan onze TomTom zegt dat ie 6 uur duurt, plannen we 8 uur in en dat is maar goed ook. Het bizarre incident doet zich namelijk voor dat als we in willen stappen na een korte koffiestop, Henk de afstandsbedieningsknop van de autosleutel mist. Die is er kennelijk uitgevallen. Wie let daar nu op? Terwijl ik terug naar binnen ga bij Harry’s Roadside Cafe om het missende onderdeel te zoeken, steekt Henk de sleutel in het autoportierslot, stopt het geactiveerde alarm door daarna de sleutel in het contact te steken en doet de deur dicht, die onmiddelijk op slot springt, tot onze grote schrik. De inmiddels teruggevonden afstandsbediening blijkt niet zonder sleutelomhulsel te werken. Daar staan we dan. Spullen in auto, sleutel in contact en auto op slot. Dan volgt een proces van, nog eens proberen te openen en wat te doen? Het autoverhuurbedrijf bellen blijkt de logische stap. Gelukkig heb ik de contactgegevens in mijn handtas. Afijn, lang verhaal kort. Ruim 2 uur later kunnen we onze reis pas vervolgen, nadat een jongeman van de RAA ( Australische Wegenwacht) handig de deur openmaakte, de sleutel opnieuw in elkaar zette en de inmiddels lege accu heeft opgeladen. Alsof dat nog niet genoeg is voor één dag moeten we ook nog we ook nog een fikse verkeersboete incasseren voor te hard rijden. Henk had zich in de haast niet aan de max. snelheid gehouden :-((  Uiteindelijk rijden we klokslag half zes dan toch de ferry terminal op, na een lange , enigszins stressvolle rit, over wegen met vertragende road trains voor ons (gigantische vrachtwagens met twee of meer aanhangers) en dwars door Adelaide in de spits. Net op tijd, we hebben de laatste ferry naar Kangaroo Island gehaald.

Zo’ anderhalf uur later vervolgen we het laatste deel van onze reis deze dag. Eerst door een heuvelachtig landschap, waarna we de hoofdweg verlaten en de laatste 30 km weer over onverharde wegen rijden, die steeds nauwer en bochtiger worden, het laatste stukje een meter of 20 van het strand af, tot we aankomen bij Blueseas Beachhouse. De naam zegt het al, het huis, eigenhandig gebouwd door eigenaar Ben, ligt tussen duinbeplanting met uitzicht op zee, op 50 meter van het strand. Ben woont met vrouw Ria en kleine grijze poedel Bella, in het huis ernaast, (wat overigens verscholen gaat achter de begroeiing). Het is een heerlijke plek. Open plan, ingericht met jaren 50 meubels en zelfgemaakte (Ben) tafels en kasten. Prachtige schelpen en andere strandvondsten zijn her en der uitgestald en te bewonderen op de schilderijen van Ria. Aan de achterkant is een veranda, met uitzicht op het struweel waarin een grote vogeldrinkbak staat. Deze wordt druk bezocht. Een vogelboek leert me dat er allerlei honey eaters een bezoekje brengen, maar ook spotten we de derde dag een drinkende Kangaroo Island wallaby (kleine locale kangoeroe) Aan de zeekant is een grote veranda met schitterend uitzicht. Hier houden we het wel 4 dagen uit. Iedere dag zijn we schelpenzoekend op het privéstrand te vinden waar ook grote stapels zeewier liggen. Hier geen schuivertje dat het spul weghaalt voor toeristen. Niet nodig ook, het stoort ons niet. Naast ons bekende schelpen vinden we een mooie grote schelp met prachtig parelmoer vanbinnen en zelfs een groot stuk van een nautilus. Deze is spierwit en papierdun en ook eigenlijk geen schelp maar het schelpvormige behuizing van een inktvis, de argonaut, die er zijn kroost in grootbrengt. Vrij zeldzaam volgens de boeken. De zee nodigt niet echt uit tot zwemmen. Hoewel zomer is het water niet erg warm en wordt er gewaarschuwd voor gevaarlijke stromingen. Er komen ook grote witte haaien voor. Niet zwemmen dus.

We maken wat tochtjes in de omgeving, bezoeken Kingscote, de ‘hoofdstad’ ( het eiland telt maar iets meer dan 4000 inwoners, dus alles is naar verhouding kleinschalig). Het blijkt een aardige plaats waar we in de plaatselijke bibliotheek gebruik kunnen maken van het internet en er dus weer een blog geplaatst kan worden. Aan de zeekant zien we een kleine kolonie pelikanen. Grote, indrukwekkende vogels. Ook wordt een ‘marron’ farm wordt bezocht. Het is een grote rivierkreeft (tot 500 gr. zwaar) die hier voorkomt in de creeks, maar al jarenlang op een afgelegen plek midden op het eiland, in grote bassins wordt gekweekt. In het bijbehorende Marron Cafe (stel je hier niet teveel van voor, het is een grote zaal met wat tafels) laten we ons het Poachers’ menu van marron, garnalen, scallops en squid, met trimmings, goed smaken en besluiten dat het ons uitgestelde trouwdagetentje is. Ook bezoeken we een honey farm, waar honing geslingerd wordt van de naar eigen zeggen laatste ligurian (= afkomstig uit Ligurie, Italie) bees, die zonder ziekten zijn en raszuiver. Allemaal leuk om te zien, maar vooral doen we het rustig aan hier op Kangaroo island en genieten van de zee en de rust. Morgen is het alweer vrijdag 22/1 en gaan we door naar onze volgende stop, ten oosten van Adelaide. Daarover later meer. 

Foto’s