Flinders Ranges

17 januari 2016 - Flinders Ranges, Australië

A taste of the outback. 15/1

Rawnsley Park Station is schapenfarm waar de eigenaren een camping en een aantal eco villa’s hebben aangelegd. Dit is de meest noordelijke dus heetste stop voor ons, zo’n 450 km ten noorden van Adelaide. Het heet hier al Outback en ligt iets ten noord westen van Broken Hill. Terwijl ik dit schrijf zit ik op de veranda van zo’n eco villa. De villa zelf is energie neutraal, gebouwd van strobalen, die gestuct zijn. Binnen is het lux en van alle gemakken voorzien. Luxe badkamer. Was-, afwasmachine en droger, een keukenblok, een ruime woonkamer en het kingsize bed is geplaatst onder open te schuiven ramen in het plafond zodat we straks vanuit het bed de sterrenhemel met het Zuiderkruis kunnen bewonderen. Geen leklicht hier! Wel allerlei mij onbekende vogels. Onderweg spotten we al een aantal emoes (van die kleine Australische struisvogels) en zelfs een adelaar die in een gesneuvelde kangoeroe zat te pikken. Daar zijn er hier schijnbaar ook genoeg van. We zagen er nog geen rond huppen maar wel spotten we al veel overleden exemplaren langs de weg vrees ik. Hoe ze dat doen is me een raadsel. Stel je voor, één weg die kliometerslang, (wel 100 of meer) niet door andere wegen wordt gekruist en overgaat in een ‘dirt road’. Zo’n weg waarvan Auke in ’99 nadat hij een hele tijd alleen maar rechtdoor had gereden met de camper: “Pas op! Daar komt een bocht!” zei. Zo’n weg dus en toch presteert menige kangoeroe het om hier net op dat moment te willen oversteken als er een verdwaalde auto langs komt. Ons gelukkig nog niet overkomen en ik hoop van harte dat het ook zo blijft. Morgen is een 4DW tour geboekt waarbij we door dit ruige landschap zullen worden gereden met een gids, zodat we niets zullen missen. Verslag daarvan volgt. Eerst maar eens proberen dit te plaatsen. De internet verbinding is slecht en traag. De foto van het adembenemende uitzicht zal ook wel moeten wachten. We gaan het meemaken.

Flinders Ranges 16/1, 17/1

Rawnsley Park Station waar we de eco villa gehuurd hebben ligt midden in het nationaal park Flinders Ranges, een bergrug waarachter zich in noordelijke richting een woestijnachtig gebied uitstrekt. De ‘Station’ is een actieve schapenfarm, wel 30.000 acres groot. Dat lijkt veel, maar de buurman heeft zelfs 1 miljoen acres land. Het stugge gras dat door de schapen wordt begraast is bruin van de droogte. Verder zijn er veel uitgedroogde struiken die er uitzien alsof er brand is geweest, wat niet het geval is. Dan zijn er lage wilde fruitboompjes waar vaak mistletoe inzit. 5 soorten zijn hier te vinden, die wij zagen hadden nu lange rode of witte bloempjes. Dan zijn er de hoge bomen, vooral redbark river gums. Sommigen al honderden, misschien wel duizenden jaren oud. Imposante eucalypusbomen dus, die langs de droge rivier (creek) beddingen staan en in de zomer (nu dus) hun buitenste bruine bast lozen en een witte glanzende stam laten zien om de felle zonnestralen te weerstaan. Om al dit moois goed te bekijken hebben we een gids geboekt in de persoon van een blonde gids ( Duitse herkomst, iedere Australier vertelt je waar zijn familie vandaan komt), Kim genaamd. Hij ging voor een jaartje werken in de Outback en is er 18 jaar later nog, compleet met vrouw en kinderen. Afijn, Kim dus die ons samen met twee Aussies van de oostkust, moeder(75?) en zoon (45?) rond rijdt in een stoere 4 WD oftewel 4×4.Het is gelukkig niet te warm vandaag. ‘Maar’ 35 graden in plaats van de 45 van vorige week. Over nauwe dirt roads, door (meestal) droge rivierbeddingen, door diepe gorges en bovenop indrukwekkende bergtoppen bekijken we van alle kanten de bergkam Flinders Ranges. In deze prachtige natuur zien we naast de genoemde flora ook veel fauna, zoals de Euro, een kangoeroe met lange oren en ook de bijna uitgestorven yellow foot rock kangaroo, die voor ons zit te poseren op een rots, hoe kan het anders. Verder stopten we voor een lazy lizzard (luie hagedis) die midden op de weg zat op te warmen en zich liet oppakken om beter bekeken te worden. Ook een ?..dragon ( soort hagedis met korte poten waarvan ik de naam niet heb onthouden) zat doodstil de ochtenzon te absorberen. Aan vogels hier ook geen gebrek. Vader emu (familie van de struisvogel) passeert ons met welgeteld 18 kinderen. Vader emu is de opvoeder en heeft ze 2 jaar onder zijn hoede. Moeder legt alleen de eieren. Blackbirds (lijken op onze eksters maar dan net anders) zien we veel, evenals piepkleine roodborst achtige vogeltjes en een felblauwe kakatoe. Ook de gigantische wedge tail eagle met een vleugelspanwijdte van 2,5 meter. Deze adelaar zagen we zwevend rondjes draaien in de lucht en langs de weg pikkend in een kangaroo roadkill. Indrukwekkend! Onze “safari” is dus zeer de moeite waard. Als afsluiting gaan we eten in de Woolshed, het restaurant van Rawnsley Park Station en het enige in de weide omtrek. De dichtsbijzijnde plaats is 35 km verderop en daar is niet eens een fatsoenlijke winkel. Die ligt weer 160 km verder. Na een nacht in ons sterrenkijkbed volgt dag twee van ons verblijf hier die we doorbrengen met wat wandelen, lekker zwemmen en verder vooral lui wezen en wat lezen en genieten van het uitzicht, dat indrukwekkend blijft. De schapen grazen op twee meter afstand en iets verderop zien we wat kangoeroes. Kan het Australischer? Eerst nog uitgebeid de zuidelijke sterrenhemel met het zuiderkruis bewonderen. De maan is wassend, linkerhelft verlicht. Precies andersom dus, zoals bijna alles hier. Ook gaat de zon op in het westen en onder in het oosten. Waterkolkjes draaien naar links ( klopt, is gecontroleerd) en auto’s rijden links en bij het oversteken kijk je naar rechts. Allemaal even wennen, maar nog twee maanden de tijd daarvoor. Onze volgende stop is Kangaroo Island, een eiland onder Adelaide, zo’n 600 km naar het zuiden. Daarover later meer.

Foto’s