Queenstown, Alexandra

19 februari 2016 - Queenstown, Nieuw-Zeeland

NZ, Queenstown, Alexandra 14-19/02

Na 5 weken genieten, verlaten we Australië. Het voelt alsof we al heel lang van huis zijn. We hebben heel veel gezien en gedaan en nog 4 weken te gaan. Richting Nieuw Zeeland nu. Bij aankomst in Queenstown op het vliegveld duurt het lang voor we alle controles zijn gepasseerd. Aangezien Australië en Nieuw Zeeland eilanden zijn waar bepaalde ziektes en virussen waar onze planten en dieren mee kampen niet voorkomen, mag er geen voedsel, plant of dierlijk product worden ingevoerd. Er moeten lange lijsten met vragen worden ingevuld, na aankomst wordt de bagage opnieuw gescand en ‘bio security sniffer dogs’ besnuffelen je bagage ook nog eens een keer. Wij hadden ingevuld dat we niets bij ons hadden. Ik bleek wat schelpen in mijn bagage te hebben van Kangaroo Island en nog een half zakje nootjes in mijn koffer. Helemaal niet meer aan gedacht, want al een tijdje geleden daar beland. De douane beambte voor wie ik mijn koffer moest uitpakken wees me streng terecht, maar aangezien de schelpjes schoon waren, kwam ik er zonder 400 dollar hoge boete vanaf. Pfew. Narrow escape.

Afijn, dat alles overleefd hebbende, werden we opgewacht door Paulette en Frazer. Paulette is mijn nicht van moeders kant. Paulette's vader Jack, mijn oom Jaap, vertrok als 19-jarige met het leger naar Indonesië en ging daarna meteen door naar Nieuw Zeeland om daar een nieuw leven op te bouwen. Een paar jaar later volgden zijn broer (oom Cees) en zus (tante Meta), zodat er nu diverse neven en nichten wonen. Oom Jaap en tante Meta, zijn mijn enig overgebleven familieleden van mama's generatie. De eerste week van ons NZ verblijf trekken we op met Paulette en Frazer, te beginnen in Queenstown, waar we een paar nachten een appartement hebben gehuurd. Queenstown is een toeristisch stadje in het Westen van het Zuider Eiland. Een goede uitvalsbasis om de westkant (gedeeltelijk) te verkennen. Er is veel prachtigs te zien, dus zullen we keuzes moeten maken. De avond na aankomst wandelen we wat door het stadje om de sfeer te proeven en sluiten de dag af met een heerlijke maaltijd aan de chef’s tabel ( afel met kijkje in de keuken) van een goed restaurant. Geen slecht begin vinden we. Het is fijn om Paulette en haar man weer te zien. Ze waren een paar jaar geleden een paar dagen bij ons in Sibbe. We hebben heel wat bij te praten en leren elkaar zo weer wat beter kennen. Paulette is een hartelijke meid en niets is haar teveel om het ons naar de zin te maken. Ze leidt ons rond als een ervaren reisleidster en weet dingen te vertellen die niet in reisgidsen zijn te vinden. De volgende dag rijden we over een soms smalle bergweg waar oom Jaap nog aan heeft gewerkt, naar Glenorchi, een klein stadje dat niet zoveel voorstelt maar waarvan vooral de tocht er naar toe zeer de moeite waard is. Prachtige vergezichten over lake Wakatupi en de hoge bergen daarachter. Over een onverharde weg gaat de tocht daarna verder naar Paradise, vanwaar de vergezichten zo mogelijk nog mooier zijn. De weg ernaartoe gaat door oude bossen met grote bomen van ons onbekende soorten, ook komen we op een strandje, omgeven door dode bomen, met een beetje een spooky sfeer. Onze eigen reisleidster weet te vertellen dat hier gefilmd is voor de Lord of the Rings films. We zien het helemaal voor ons.

De volgende dag vertrekken we al vroeg richting Milford Sound. Het is een inham in de fjorden kust. Sound is eigenlijk een verkeerde naam blijkt, want een sound wordt gevoed door een rivier. Fjord zou een juistere benaming zijn geweest. Datzelfde geldt voor de zuidelijker gelegen Doubtful Sound, die nog moeilijker te bereiken is. We leggen de 300 km af in vijf uur. Een groot deel van de route gaat door de bergen met veel bochten en nauwe wegen, dus gaat het niet echt snel. Bovendien stoppen we af en toe op een look-out point om de overweldigende natuur te bewonderen. Het regent vaak in Milford en ook deze dag is het nat. We zijn er op gekleed gelukkig, maar er de wolken hangen laag, waardoor niet alle bergtoppen, dus ook de Myter Peak niet, te zien zijn helaas. Alle regen heeft wel weer tot gevolg dat er zich veel tijdelijke watervallen vormen. We hebben ze niet geteld, maar het moeten er honderden zijn geweest. Indrukwekkend en oorverdovend. We boekten van te voren een boottocht over de Sound om het natuurgeweld van nabij te aanschouwen. Nat, koud, maar daardoor niet minder prachtig of indrukwekkend. Na opnieuw 5 uur rijden, via de Homer tunnel en Te Anau, zijn we weer terug in Queenstown. De namen van plaatsen, bergen en meren hier op het Zuider Eiland van Nieuw Zeeland zijn Maori namen of Schotse namen. Het waren indertijd de Schotten, veelal Presbyterianen, die zich hier als eerste ‘nieuwe Nieuw Zeelanders’ (Kiwi’s) vestigden en de manier van leven van de huidige bewoners sterk hebben beïnvloed.

Na Queenstown en omgeving vertrekken we richting Alexandra, alwaar we de nacht doorbrengen in het vakantieverblijf van neef Ron's schoonouders. Een prachtig, A-frame houten gebouw, verstopt tussen de bomen bovenop de rotsen en met prachtig uitzicht aan de achterkant. We gaan in de buurt heerlijk eten bij Olivers, waarna we in het vakantiehuis vergast worden op een spectaculaire licht show van bliksem en bijbehorende donder en regen. Ook onderweg naar Alexandra regent het. Iedereen is blij met de nattigheid na alle droogte. Van ons had het nog een dagje of wat mogen wachten We stoppen en nemen een kijkje bij Jet boats, Bungi jumping, een onder een stuwmeer verdwenen stadje en oude gold diggers huisjes en vindplaatsen. In het midden van de 19-de eeuw kwamen goudzoekers van over de hele wereld naar Otago, dit deel van NZ dus. Nu dragen de historische stadjes nog de sporen, in de vorm van musea en oude huisjes. Ook nu wordt er nog goud gedolven, maar daarover later. De route van Alexandra naar Palmerston, waar Paulette en Frazer wonen, gaat opnieuw door mooie natuur. De bergen maken plaats voor glooiende heuvels, maar toch nog rond de 900 meter hoog. En wederom wordt het blog vervolgd ….

Foto’s