Palmerston

21 februari 2016 - Palmerston, Nieuw-Zeeland

Palmerston e.o. 19 – 21 / 2

Even een inhaalmanoevre met dit blog, aangezien de dagen die we met familie en vrienden doorbrengen weinig ruimte laten voor schrijverijen. Palmerston dus. Een klein stadje, dorp zouden wij zeggen met ongeveer 750 inwoners. Bijna iedereen heeft een boerenbedrijf en / of werkt voor de goudmijn die hier eind negentiger jaren na veelbelovende boringen is neergestreken. Paulette en Frazer houden schapen en Angus runderen. Daarnaast werkt Frazer in de gold room van de goudmijn en Paulette werkt als accountant en in een winkel o.a. als barista. Daarnaast wordt er nog opgepast en worden huis, tuin en moestuin onderhouden, dus bezige mensen. Des te meer waarderen we de tijd die ze voor ons vrijmaken. Vanuit Palmerston bekijken we de omgeving en schoonzoon Frazer, zelf opzichter en planner in de goudmijn, neemt ons mee in zijn 4×4 voor een rondleiding over het terrein. Het goud wordt gewonnen uit gouderts dat een heel proces moet ondergaan waar heftige chemicaliën als arsenicum en cyanide bij gebruikt worden. De rotsachtige bodem wordt afgegraven, vermalen, vermengd met o.a. bovengenoemde chemicaliën om uiteindelijk het goud over te houden. Wat voorheen glooiende heuvels waren, met hier en daar een boerenbedrijf, zijn nu grauwe steenbergen waardoorheen zich gigantische machines bewegen. We rijden langs afgronden (slik!), over puinbergen en bekijken de happers, schuivers en ‘waterverspreiders’. Indrukwekkend en zeer de moeite waard. De goudmijn verwoest het landschap en het milieu maar brengt ook welvaart en houdt de economie ter plaatse draaiende. Het eeuwige dilemma van economisch gewin versus behoud van natuur en gezondheid. De puinhopen die overblijven worden wel weer beplant, zodat er een nieuw landschap ontstaat, maar het ziet er (nu althans) nog erg gecultiveerd uit.

Om de in de buurt wonende familie te ontmoeten heeft Paulette een lunch geregeld in Fleur’s, een gerenommeerd (Rick Stein was here!) visrestaurant. Naast Paulette en Frazer, zijn tante Shirley, nicht Karine, nicht Lynda en diens echtgenoot Morris van de partij. Het is bijzonder om familieleden te ontmoeten die door de verhalen van vroeger thuis bekend zijn, maar die je nooit eerder hebt ontmoet. Voor we afreisden heb ik daarom broers en zussen en neven en nichten gevraagd zich middels een zelfgeschreven verhaaltje voor te stellen en het geschrevene te voorzien van foto’s. Van dit alles lieten we een boekje drukken hetgeen een mooie introductie opleverde van een aantal van de ‘Dutch sprouts of the Spruijt family’. De boekjes worden zeer gewaardeerd en leveren de nodige gespreksstof op. Oom Jaap (Jack voor de Nieuw Zeelanders) bezoeken we een dag eerder. Hij woont sinds kort in een verzorgingstehuis omdat hij kampt met diverse ouderdomskwalen en ook dementeert. Nederland en zijn Nederlandse familie liggen al bijna 67 jaar achter hem en hij spreekt nog maar een enkel woord Nederlands. Zijn vriend was ‘schillenboer’ vertelt hij. Dat weet hij dan weer wel. Op de foto van het gezin waarvan hij deel uitmaakte, wijst hij zonder aarzelen iedereen aan. Frie (mijn moeder) kon heel goed koken vertelt hij en Han kon goed kleding naaien. Dat hij een jaar of acht geleden samen met zijn zoon (neef Tony) een aantal dagen bij ons in Sibbe logeerde herinnert hij zich niet meer. Wonderlijk hoe een geheugen werkt. De dag na de ‘family get-together’ rijden Paulette en Frazer ons zuidwaarts, bekijken we nog diverse sights zoals de Moeraki Boulders (grote ronde stenen ‘ballen’ op het strand) en belanden we uiteindelijk in MacAndrew Bay net buiten Dunedin bij neef Ron en zijn vrouw Jenny, waar we de komende dagen zullen verblijven. Daarover later meer… 

Foto’s