Dunedin

26 februari 2016 - Dunedin, Nieuw-Zeeland

Dunedin 21-26/2

Ook bij Ron en Jenny worden we weer allerhartelijkst ontvangen. Een paar jaar geleden bouwden ze een groot huis op de top van een heuvel in een buitenwijk van Dunedin met uitzicht op de daaronder gelegen ‘paddocks’ en over Dunedin stad en haven. De weg ernaartoe wordt steeds smaller en gaat over in een gravelpad, dat gedeeltelijk akelig dicht langs een diepte gaat. Iets wat hier niet ongewoon is. Ook Paulette en Frazer's huis had een dergelijke oprit. Ron en Jenny houden wat schapen en Highland runderen (die met de grote horens en het lange bruine haar), hebben twee honden en een kat en er scharrelen een dozijn kippen rond. Samen met de drie honden, de kat en wat parakeets van zoon Brendan die een paar weken met diens vrouw Jackie en zoontje Jaden van 1 inwoont, is het een gezellige drukte. Jenny is verpleegster en Ron onderhoudsmonteur in Port Otago, de haven van Dunedin. (Otago is de naam van de ‘provincie’). Als je bedenkt dat alleen Otago al ongeveer even groot is als Nederland en er in heel NZ maar iets meer dan 4 miljoen mensen wonen, dan is duidelijk hoeveel ruimte er overal is.) Ron heeft de hele week vrij genomen om met ons door te brengen. We hebben dus opnieuw een privé reisleider. Fantastisch. We komen daardoor op plekken die de Lonely Planet niet noemt en ondernemen activiteiten die we zelf niet bedacht zouden hebben. Zo worden we bijvoorbeeld rondgereden op een terreinwagen met 8 wielen door een natuurgebied aan de kust en zien zo van dichtbij spelende fur seals (de zeehonden met de mooie bontvacht), een gigantische, luierende zeeolifant, kleine Rock Penguins in een hol, (want in de rui) en een paar exemplaren van de zeldzame geel-oog pinguin op het strand. Ik zit voorin, naast de bestuurder en heb daar al gauw spijt van aangezien het moeilijk begaanbare pad soms bijna verticaal omhoog of (nog erger) omlaag gaat. Een achtbaan is er niets bij. (Slik! Slik!). Toch erg de moeite waard. Ron grinnikt wat als hij ziet dat ik niet erg blij wordt van de rit en vertelt trots dat Jenny en hij hier trouwden met dit voertuig als trouwauto. Al met al is een fantastische ervaring, ondanks de rollercoaster rit. 's-Middags naar het Heritage museum in Dunedin, waar ook een natuurhistorische afdeling en een vlindertuin aan verbonden zijn. Er is een tentoonstelling gaande waarvoor een planetarium is geïnstalleerd en we wonen een ‘talk’ bij waar ons, al liggend in een comfortabele stoel, de sterrenhemel van die nacht getoond en uitgelegd wordt. Het Zuiderkruis wordt geduid, zodat we dat bij de eerstvolgende heldere hemel kunnen herkennen. Ook bezoeken we de vlindertuin waar handgrote, felgekleurde vlinders om je heen vliegen en op je gaan zitten. Sprookjesachtig.

De volgende dag gaan we zeevissen. Henk heeft besloten om het ondanks zijn zeeziekte gevoeligheid toch te proberen. Na het slikken van een Paihia Bomb (een NZ zeeziektepil naar geheim! recept) wordt de trailer met Ron's boot aangehaakt en gaan we richting Port Chalmers, de haven van Dunedin waar de boot te water wordt gelaten en we de redelijk kalme zee opvaren. Het is een mooie tocht van zeker een uur langs de Otago Peninsula, waar we albatrossen spotten met een vleugelspanwijdte van zo’n 2,5 meter. Indrukwekkend hoe ze schijnbaar moeiteloos door de lucht zweven. Ook passeren we heel wat zeehonden. Als je weet waar je op moet letten zie je er steeds meer zitten op de, op het eerste oog lege, rotsblokken. Allereerst zal er op paua (zeg /pawa/) schelpen worden gevist door Ron. Op de beoogde plek bij een kleine inham aangekomen, hijst hij zich in zijn duikerspak en begeeft hij zich met snorkel te water om paua’s met zijn duikersmes van de rotsen los te wrikken. Paua’s zijn grote eenzijdige schelpen die, als het donkergekleurde schelpdier er uit is gehaald, hun parelmoeren binnenkant prijsgeven die van diep blauw tot zeegroen gekleurd is. Mooie schelpen dus die erg gewild zijn bij toeristen. Allerlei ‘hebbedingetjes’ worden met het parelmoer versierd of ervan gemaakt, van asbakken tot hangers en broches. Wij vinden ze ook erg mooi, maar eerst moeten ze nog gevist worden. Tijdens Ron's duik blijven wij wat onwennig als onervaren bestuurders achter op de boot. Na drie kwartier worden we toch wat onrustig, maar gelukkig meldt onze duiker zich weer met weids armgezwaai. De buit bestaat uit een stuk of tien schelpen, waarvan er twee na meting weer teruggaan. Ze moeten minstens 12 cm zijn, anders ben je als visser strafbaar en er wordt geen risico genomen. Na opnieuw een klein stukje varen gaan we wat verder van de kust stilliggen ( motor uit, geen anker nodig) om op kabeljauw te vissen. Eerst wordt een barracuda van een halve meter gevangen,die onmiddelijk kundig door Ron wordt gefileerd en in repen wordt gesneden om als aas te dienen. Daarna worden twee hengels van drie haken (onder elkaar) van aas voorzien en krijgen Henk en ik een hengel in de hand gedrukt en staan we zomaar, de aanwijzingen opvolgend, te zeevissen. Eerst de lijn naar de bodem laten gaan (hier ongeveer 50 meter) en dan wachten tot je voelt dat er beweging inzit. Dat gebeurde tot mijn verbazing bijna onmiddelijk Dan met rukbewegingen de lijn inhalen, snel het hendeltje ronddraaien om de katrol zijn werk te laten doen dus. Behoorlijk zwaar werk vond ik. Vooral als er vanonder duidelijk aan getrokken wordt. De twee vissen van zo’n 40 cm. die bij mijn eerste poging omhoog kwamen, waren een kabeljauw en een oranjekleurige vis met waaierachtige vinnen. Mooi, maar niet lekker volgens onze visleraar. Die ging dus weer terug. Drie pogingen later had ik in totaal 6 vissen, waarvan 5 kabeljauwen van redelijk formaat gevangen. Groot genoeg in ieder geval om aan de minimum eisen te voldoen en ruim voldoende voor ons avondmaal. Henk vangt er minder aangezien het geschommel tijdens het hengelen aan de zijkant van de boot hem slecht bekomt. Terwijl ik het eerste stuk terugvaar (‘about time you learnt how to steer a boat don’t you think?’) en Henk het daarna overneemt, fileert Ron ervaren de vissen en worden koppen en graten aan de al-om-ons-heen-zwermende vogels en zeehonden gevoerd. We zijn weer een hele ervaring rijker en ‘s avonds worden we vergast op een heerlijk maal van paua fritters (viskoeken van paua), dunne plakjes paua met chilisaus en kokos en zelfgevangen kabeljauw, almede gekookte crayfish (lokaal gevangen kreeft). Het is voor onze gastheer een sport om ons zoveel mogelijk nieuw dingen te laten proberen en proeven, dus ook deze activiteiten en gerechten kunnen worden afgevinkt van het lijstje met ‘firsts’.

De laatste dag blijkt zwaar bewolkt en regenachtig en we gaan zuidwaarts om Ron's moeder en mijn tante Meta te bezoeken. Net als oom Jaap woont ze sinds een paar maanden in een verzorgingstehuis en net als haar broer laat haar geheugen haar steeds meer in de steek en vertoont ze duidelijk tekenen van dementie. Niet fijn om zo oud te zijn lijkt me. We praten wat over familie, bekijken foto’s en het familieboekje, waar ook zij op de foto van thuis feilloos haar broers en zussen benoemt. Na een dikke knuffel (ook namens de thuisblijvers) vervolgen we onze tocht zuidwaarts om aldaar de Catlins (een natuurgebied) te bekijken. We beklimmen het pad naar de vuurtoren op Nugget Point. Door de regen zijn de vergezichten minder ver en de koude zuidenwind (het zuiden is hier koud en er is geen land, alleen zee tot de Antarctic) helpt ook niet echt om een zomergevoel te creëren. Ook blijken de Cathedral Caves die op het programma stonden, vanwege het slechte weer gesloten. Jammer. We besluiten de tijd goed te besteden en gaan lunchen bij de Whistling Frog Cafe. Ook fijn. Op de terugweg, die kronkelt door het bergachtige kustgebied, gaan we langs bij nicht Margaret (zus van Ron) om ook haar even te zien nu we in de buurt zijn. Op vrijdagochtend gaat de reis alweer verder en Ron brengt ons naar het vliegveld van Dunedin, waarvandaan we naar Wellington zullen vliegen. Eerst nog langs bij nicht Wendy (dochter Meta) en diens man Bob. Bob is erg ziek, dus blijven we maar kort, maar het is leuk om ook hen te ontmoeten. We worden naast Ron, ook uitgezwaaid door Paulette en Jenny, die daarvoor extra naar het vliegveld zijn gekomen. Hartverwarmend en we worden er bijna verlegen van. Op dus naar het Noorder Eiland neef John en vrouw Marian in Wellington. Wordt wederom vervolgd…

Foto’s