Galibi 2

24 februari 2018 - Galibi, Suriname

gids Jeffrey    Gevangenis Papillon    cassave brood    Tropisch strand

En schildpadden zien we!

In deze tijd van het jaar zijn dat de Soepschildpadden (de niet Nederlandse naam, iets met een K...is me ontschoten). Enorme dieren van ruim een meter lang en 2 à 300 kg wegend. Hun enorme kop (maatje labradorkop met een even brede hals) kunnen ze niet intrekken zoals sommige anderen van hun soort, wat ze kwetsbaar maakt voor jagers, als wilde honden en jaguars. Later in het jaar zijn er de Leatherbacks die meer dan 2 meter kunnen worden en dan tot 800 kg wegen. Ook kunnen ze erg oud worden, 100 jaar of zelfs meer. Als je hoort dat één vrouwtje tot zo’n 6 maal per legseizoen aan land komt om eieren te leggen en per legsel ongeveer 80 eieren produceert en je dan weet dat er per 1000 eieren maar één de volwassen status bereikt, kun je uitrekenen dat er per jaar dan meer dan twee schildpadden nodig zijn voor één volwassen exemplaar van 20 jaar, snap je niet dat deze prehistorische soort nog niet is uitgestorven. Wel nemen de aantallen drastisch af. Vervuiling van het zeewater, verstoring van de nesten en eierenrapers zijn daar mede de oorzaak van. Dit alles vernemen we van de WWF mensen die ons uitnodigen de bijscholing voor gidsen bij te wonen, om de eenvoudige reden dat er maar één ruimte is waar je kunt zitten en wij daar net gegeten hadden toen zij begonnen.

Die avond gaan we bij hoog tij, rond 10 uur, samen met een groep andere gasten, de gids en de WWF-ers schildpadden kijken. Eerst weer in het bootje, dus poncho’s aan. Dan in het pikkedonker (want de dieren schrikken snel) alleen bijgelicht door rood licht, op zoek. Jeffrey ziet al snel een schildpad liggen, maar deze blijkt dood. Wel kunnen we nu het dier van dichtbij bekijken. Al snel wordt er een tweede spoor gezien. Er wordt door het vrouwtje nog gezocht naar een geschikte nestlocatie en we moeten stil zijn en geen licht maken om haar niet af te schrikken. Natuurlijk gebeurt dat wel, (we zijn met welgeteld 19 mensen totaal) en gedecideerd keert de dame weer zeewaarts om later een rustiger plekje te zoeken. Het derde spoor laat zien dat deze schildpad klaar is met leggen en al teruggekeerd is naar zee. Pas bij de vierde is het raak. Daar wachten we geduldig (nog zo’n 3 kwartier) tot het eierleg stadium is bereikt. Ze verkeert dan in een soort trance en raakt niet meer van de leg door kijkende toeristen. In kleine groepjes mogen we van dichtbij kijken en foto’s maken zonder flits. Wij kieken wel, maar kijken liever. De gids houdt een achterflipper opzij en we zien de pingpongbaleieren er een voor een uitgeperst worden. Wonderbaarlijk en alle moeite dubbel en dwars waard. Pas ruim na twee-en zijn we weer terug, moe maar voldaan.

In Galibi bekijken we de volgende dag nog het dorp. Ook hier eenvoudige huizen met veel golfplaten en palmtakken als afwerking. De daar woonachtige Karaiben zijn Indianen (officieel ‘Inheemsen’ geheten tegenwoordig) en behoren tot de oorspronkelijke bewoners van Suriname. Korte, brede lichtgekleurde mensen met stijl, zwart haar, die een sterke gelijkenis vertonen met de Indianen uit andere landen in Zuid Amerika. Ook hier is iedereen even vriendelijk en goedlachs. We praten met een oudere man die kleine landschildpadden als huisdieren houdt, luisterend naar de opgeschilderde namen ‘boy’ en ‘meisje’. Ook zien we hoe er cassave brood wordt gebakken. Nog steeds op de eeuwenoude manier. Een arbeidsintensief en langdurig proces van oogsten, stampen, drogen, tot meel vijzelen, uitspreiden over een grote ijzeren plaat boven een houtvuur op de ‘keuken’vloer, bakken, opnieuw drogen (op het dak) en dan pas zijn de 50 cm in doorsnee, grote, platte broden eetbaar.  Die middag maken we nog een vaartochtje naar een grote zandplaat, waar minder vogels te zien zijn dan bij mooi weer. Wel zien we skimmers over het water scheren en zo vissen vangen. Ook kleine heremietkreeftjes zijn het bekijken waard en Jeffrey leert ons gaatjes in het zand te spotten waar hij na wat graven een 5 cm grote kokkel uithaalt. De bootsman graaft op die manier voor zichzelf een lekker maaltje bij elkaar. Zijn ogen beginnen te glimmen als hij mij desgevraagd vertelt hoe hij ze gaat klaarmaken voor consumptie. 

De volgende ochtend vertrekken we weer naar Paramaribo. Deze keer maken we na twee uur varen, opnieuw tot op onze huid doorweekt, een stop in St. Laurent in Frans Guyana, om de roemruchte gevangenis te bezoeken waar Papillon gevangen zat vóór hij naar Duivelseiland werd overgebracht vanwaar hij wist te ontsnappen. De gids vertelt de meest gruwelijke verhalen. Het moet een ware hel geweest zijn. Gelukkig kunnen wij weer vrij naar buiten lopen en na een lekkere koffie (we zijn  per slot in Frankrijk) varen we weer terug naar Suriname. Na ruim 3 uur rijden in de bus, zijn we weer in ons hotel, waar het comfort en de warme douche extra worden gewaardeerd.
Op vrijdag vertrekken we voor een weekendje verwennen en weinig doen naar Houttuyn en Marina Resort Waterland, maar daarover meer de volgende keer.

Wordt vervolgd...

5 Reacties

  1. Bianca:
    24 februari 2018
    Wederom weer leuk om te lezen😄
  2. Rene Corten:
    24 februari 2018
    Prachtig verteld!
  3. Marga:
    24 februari 2018
    Super Grid en Henk, heel wat anders dan thuis zitten wachten op een operatie die nu uitgesteld is naar woensdag 7 maart , geniet van jullie verblijf en indrukken, luefs Marga
  4. Meta:
    24 februari 2018
    Een pittige tocht zo te horen. Nu lekker laten verwennen in het resort.💆
  5. Simon Van der Pal:
    26 februari 2018
    Toch maar niet emigreren?